Lerende jeugdhulp is gericht op een doel

“Ik krijg kortsluiting in m’n hoofd van die 0 van jullie”, zegt Adri van Montfoort in een podcast over Nul uithuisplaatsingen. “0 uithuisplaatsingen schept onrealistische verwachtingen”. Het is de start van een levendige podcast met Peter Dijkshoorn, Adri van Montfoort, Mariska van der Steege en René Peters. Alle vier zijn ze het erover eens: we zouden minder kinderen uit huis willen plaatsen. Maar 0?

Misschien gaan we de 0 wel nooit bereiken. Maar het is onze morele plicht als professionals om te streven naar 0, zodat we blijven leren en blijven zoeken naar wegen om er zo dicht mogelijk bij te komen. In de jeugdhulp wordt vaak gesproken over leren, een lerend systeem, een lerende organisatie. Maar van leren op zichzelf krijg je geen betere jeugdhulp. Lerende jeugdhulp is gericht op een doel. 0 uithuisplaatsingen bijvoorbeeld, of een overkoepelend doel: 0 kinderen die niet prettig thuis opgroeien. De 0 is niet een absoluut doel, maar verwoord de ambitie om steeds beter te willen worden.

Stel dat we ons na elke uithuisplaatsing zouden afvragen: wat kunnen we van dit kind en dit gezin leren, om dit in de toekomst bij een ander kind en gezin dit niet te hoeven doen?

Als we dit elke keer consequent doen, dan zullen we ontdekkingen doen. Het vraagt consequent analyseren en terugblikken. In het traject Ketenbreed Leren hebben we dit gedaan door samen met ouders en jongeren terug te kijken in de tijd. Als bijvangst ontdekten we dat als professionals nieuwsgierig en onderzoekend luisteren en hier de tijd voor nemen, dit meer oplevert voor kinderen en ouders dan wanneer ze luisteren vanuit de urgentie om iets op te lossen.

Vanuit de kennis die we steeds opdoen is het van belang dat we ons als beroepsgroep laten horen. Als we wéten dat meer tijd nemen voor een vraaganalyse leidt tot betere resultaten voor kinderen en ouders, dan moet dit vertaald worden naar de wijze waarop we invulling geven aan beleid en sturing. In elke zorgorganisatie zou daarom een gedragswetenschapper in de top moeten zitten om deze vakinhoudelijke kennis uitgangspunt te laten zijn. Nu is dat nog sporadisch het geval.

Hoe hebben we het laten gebeuren dat managers, beleidsmakers en controllers zonder vakinhoudelijke kennis van jeugdhulp bepalen welke hulp wel of niet mag worden ingezet?

In tegenstelling tot kankeronderzoek, waar we het heel normaal vinden om systematisch terug te blikken en te analyseren, hebben we in de jeugdzorg te maken met een maatschappelijke dynamiek die ons afleid van goed onderzoek doen. Iedereen heeft namelijk wel een beetje verstand van opvoeden en opgroeien en heeft er een mening over, zeker als er een keer iets mis gaat. Deze golven van oordelen en meningen vanuit de samenleving, de media en de politiek zijn zo overweldigend dat ze ons steeds overspoelen.

De maatschappelijke reflex is begrijpelijk: het moet stoppen. Nu. De ‘daadkrachtige’ reactie is nieuw beleid, nieuwe regels en de schandpaal is nooit ver weg. Het effect is angst en verkramping bij jeugdhulpverleners en bij de organisaties waar zij werken, waardoor niet geleerd, maar verdedigd wordt.

Wat we in de maatschappelijke dynamiek vergeten is dat jeugdhulp soms (zeer) complex is, dat het tijd kost om door te ontwikkelen. En hoewel er veel kennis is, we weten niet alles. Juist omdat het zo complex is zouden we de tijd moeten nemen om het gesprek met kinderen en ouders te voeren over hoe het komt dat ze in deze situatie terecht zijn gekomen. Door samen terug te blikken en te analyseren -waarbij we de kennis die reeds bestaat vooral moeten benutten- kunnen we dan beter voorbij het gedrag kijken. Is er bijvoorbeeld sprake van trauma? Of van autisme? Of …

De 0 hoeft geen kortsluiting in het hoofd te geven als we trots zijn op hoe we in kleine stappen steeds beter aan het worden zijn. Vanuit een grote ambitie die voortkomt uit onze beroeps-eer.  Een beroepseer die ons ook aanmoedigt om iemand met meer kennis op te bellen als je het niet weet. Zo kan een klimaat ontstaan waarin we over 5, 10 of 20 jaar terugblikken naar hoe we dichter bij de 0 zijn gekomen. Gemeenten, hulpverleners, wethouders, leerkrachten, ervaringsdeskundigen, ouders en jongeren en anderen kunnen daar samen in optrekken. Door het hele land zijn hier mooie voorbeelden van. In deze podcast hoor je er een paar. Laat je hierdoor inspireren en blik systematisch terug op de kinderen en gezinnen die je tegenkomt. Je werk wordt leuker en iedereen wordt er beter van!

Beluister hier de Podcast 0 uithuisplaatsingen? Wat bedoel je?

 

Wil je inspiratie blijven ontvangen? Volg @bewegingvannul op linkedin.